Kelders die te maken hebben met waterinfiltratie zijn dikwijls een grote zorg voor de bewoners. Meestal is waterinfiltratie een gevolg van een slechte voorbereiding en/of uitvoering tijdens de bouwfase. Nog steeds vertikt men het om bij een bodemonderzoek tevens een grondwaterpeiling uit te voeren wegens tijdgebrek en budgetten. Een buurtonderzoek door rondvraag kan ook al veel informatie bezorgen. De oplossing nadien is veel duurder en omslachtiger dan een goede uitvoering tijdens de bouwfase. De waterinfiltratie kan vele oorzaken hebben:
De grondwaterstand is hoger dan de vloerpas in de kelder, hier spreekt men van drukkend grondwater. De infiltratie gebeurt meestal via de vloer en/of de kimnaad (de voeg tussen de kelderwand en de keldervloer).
Na regenbuien kan het zakwater een waterdruk tegen de kelderwand veroorzaken. Indien deze kelderwand onvoldoende beschermd is kan het water beginnen doorsijpelen. Dikwijls gebeurt dit op de zwakste punten in de muur: doorvoeren van water en gasleidingen, scheuren en barsten, gebroken stenen enz.
Een defecte afvoer in de grond kan plots een verhoogde waterdruk veroorzaken die er onder normale omstandigheden niet is. Hierdoor kan plaatselijk water beginnen doorsijpelen.
In sommige gevallen kan waterinsijpeling ontstaan door een fout in de opbouw van het bovenliggende metselwerk. Indien de spouwdrainering onoordeelkundig geplaatst werd of verhardingen rondom de woning de goede werking van de spouwdrainering verhinderen, kan het water in de spouw tot in de kelder doordringen.
Een kruipkelder biedt in de regel geen waterdichtheid. Bovendien hebben waterophopingen in de kruipkelder doorgaans geen nadelige gevolgen. Indien waterdichtheid toch gewenst is, dan zal deze kruipkelder als 'kelder' moeten geconcipieerd worden, met een aanzienlijke meerkost tot gevolg.