Lucht bevat een zekere hoeveelheid waterdamp. De maximale hoeveelheid waterdamp (verzadiging) die lucht kan bevatten, is afhankelijk van de temperatuur. Hoe hoger de temperatuur, hoe meer waterdamp de lucht kan opnemen.
De relatieve vochtigheid (R.V.) van de lucht is de verhouding tussen de partiële dampdruk en de verzadigingsdampdruk bij dezelfde temperatuur. Wanneer men lucht met een bepaalde relatieve vochtigheid afkoelt, ontstaat er bij een gegeven temperatuur condensatie. Deze temperatuur wordt dauwpunt van de lucht genoemd. Wanneer de vochtige lucht in contact komt met een oppervlak waarvan de temperatuur lager is dan het dauwpunt, ontstaat oppervlaktecondensatie. Het dauwpunt van de lucht is hoger naarmate de relatieve vochtigheid van de lucht toeneemt. Condensatie is het gevolg van dampproductie binnen in een gebouw, niet van natte muren! Een voorbeeld: een verzadigd muuroppervlak van 8m² geeft 35ml verdamping per dag. 4 à 5 mensen geven samen 14 tot 17 liter af per dag! Wel is het zo dat natte muren een lagere oppervlaktetemperatuur hebben dan droge en dus kan zich op deze plaats oppervlaktecondensatie voordoen, vaak met schimmelvorming tot gevolg. OppervlaktecondensatieDe oorzaak van oppervlaktecondensatie ligt bij het in aanraking komen van vochtige lucht met een koud oppervlak. Naarmate de vochtige lucht dichter bij de koude wand komt, koelt hij af waardoor de R.V. verhoogt. Vlak tegen het koude muuroppervlak zakt de temperatuur tot onder het dauwpunt en vloeibaar water verschijnt als condensatie op het oppervlak.
Oppervlaktecondensatie in kelders Tal van kelders zijn 'vochtig', hieronder verstaan we dat de kelder geen last heeft van waterinfiltratie, maar dat de kelder toch niet bruikbaar is omdat alles wat gestockeerd wordt onmiddellijk klam en muf wordt door oppervlaktecondensatie. Dit is een typisch verschijnsel bij kelders waar vroegere keldergaten werden dichtgemaakt of kelders waar in oorsprong zeer weinig of geen ventilatie werd voorzien. De luchtvochtigheid in de kelder, afkomstig van verdamping vanuit de muur en toevoer vanuit de woonruimtes, condenseert onmiddellijk op vloeren en muren omdat de oppervlaktetemperatuur in een kelder sterk kan dalen en de luchtvochtigheid kan oplopen tot boven 70% R.V. (Relatieve Vochtigheid). Dit zijn ideale omstandigheden om op sommige plaatsen condensvorming te krijgen. Daarenboven kunnen een aantal schimmels zich reeds beginnen ontwikkelen bij een luchtvochtigheid boven 70% R.V. Zo'n kelders worden dikwijls niet meer gebruikt en blijven gedurende lange tijd gesloten waardoor het probleem zich sterk kan uitbreiden. Nochtans is de oplossing dikwijls zeer eenvoudig. |
De relatieve luchtvochtigheid geeft aan hoeveel procent waterdamp zich t.o.v. de maximale hoeveelheid waterdamp in de lucht bevindt bij een bepaalde temperatuur en luchtdruk.
Lucht kan slechts een beperkte hoeveelheid vocht bevatten; die hoeveelheid hangt af van de temperatuur en de luchtdruk. De relatieve luchtvochtigheid is een verhouding die aangeeft hoeveel waterdamp de lucht bij de heersende temperatuur bevat t.o.v. de maximale hoeveelheid die er in een bepaalde hoeveelheid lucht (bij die temperatuur) in kan. Een waarde van 100% wijst op een maximale hoeveelheid waterdamp: de lucht is dan verzadigd. Bij een relatieve luchtvochtigheid van 50% bevat de lucht bij de heersende temperatuur de helft van de maximaal mogelijke hoeveelheid waterdamp. Buitenshuis kan de relatieve luchtvochtigheid enorm variëren, van minder dan 20% tot 100%. Binnen bedraagt de luchtvochtigheidsgraad meestal 40 - 60%. In een geventileerde ruimte kan de vochtigheid afhankelijk van de weersomstandigheden en eventuele verwarming echter ook binnenshuis enkele tientallen procenten afwijken. In de badkamer is de relatieve luchtvochtigheid meestal het hoogst. Als de relatieve luchtvochtigheid de 100% bereikt, zal de onzichtbare waterdamp neerslaan in druppels. Er ontstaat dan mist, dauw of rijp. In kamers zal de relatieve vochtigheid bij de ramen, waar het vooral 's winters kouder is, hoger zijn dan in het midden van de kamer. Koudere lucht kan minder waterdamp bevatten dan warmere en zodra het kouder wordt moet er dus waterdamp uit de lucht verdwijnen. Dat gebeurt dan bij een koud raam, waar de lucht sterker afkoelt dan elders in een ruimte. De overtollige waterdamp gaat over in druppeltjes (condens) en het raam beslaat. De relatieve luchtvochtigheid wordt gemeten met een hygrometer: een elektronisch apparaat met sensor of een eenvoudige haarhygrometer. De lengte van de haar is een maat voor de luchtvochtigheid. Een ontvette mensenhaar wordt langer als de relatieve luchtvochtigheid toeneemt. Die lengteverandering wordt overgebracht naar een wijzer, die de vochtigheid aangeeft. |
Locatie |
SD Services bv Brusselsesteenweg 252 3020 Veltem-Beisem (Herent) BTW BE 0883.222.216 Contacteer ons vrijblijvend van maandag t.e.m. vrijdag van 8u30 tot 17u30 +32 (0)473 937 837 [email protected] |